Console
Veel recreatieve duikers gebruiken een console
waarin behalve de manometer, ook een dieptemeter/computer en kompas
zitten verwerkt.
Een veel gehoord argument voor het gebruik
van een console is dat de duiker alles bij elkaar heeft zitten en
in één oogopslag alles kan zien; flesdruk, diepte,
koers, etc. Dit wordt vaak door duikwinkeliers aangeprezen, maar
er zijn ook nadelen aan het gebruik van een console:
- Om het mogelijk te maken op de console
te kijken en/of te navigeren is de bijgeleverde hogedrukslang
vaak erg lang. Deze lange slang moet weer worden 'opgeborgen'
met behulp van speciale bevestigingsmiddelen of clips. Ook wordt
de slang vaak voor de borst langs gehaald en vastgezet op de andere
kant.
| |
Console
|
- Men heeft tijdens de duik niet direct zicht
op de instrumenten. Zelfs als de console ergens is vastgezet op
de borst dan moet men vaak nog steeds de computer grijpen om de
instrumenten te kunnen aflezen. Tijdens een simpele recreatieve
duik is dit nog geen echt probleem, maar zodra men een vrije opstijging
moet maken dan betekent dit dat men al een hand kwijt is aan het
vasthouden van de console.
- Bij Rescue cursussen wordt nog weleens
gepraat over hoe precies een noodopstijging kunt uitvoeren met
een buddy in je handen terwijl je ook nog eens je console vast
moet houden om de stijgsnelheid in de gaten te houden. Dit is
een probleem waar de meeste duikers nooit bij stilstaan, totdat
ze in zo'n situatie terecht komen. In zo'n situatie zou het handiger
zijn om een bottomtimer
op de arm te dragen.
- Duikers hebben hun consoles vaak niet goed
bevestigd, waardoor deze er los bij hangt. Dit is niet alleen
slecht voor de console, maar ook het koraal en kan gevaarlijke
situaties opleveren als de console vast komt te zitten en/of de
hogedrukslang beschadigt.
|
Luchtgeïntegreerde console duikcomputers
Een luchtgeïntegreerde duikcomputer heeft behalve de bovengenoemde
nadelen van een console nog een aantal punten waardoor men de aanschaf van
een dergelijk instrument beter kan vermijden:
- De meeste luchtgeïntegreerde duikcomputers hebben een
zogenaamde Remaining Air Time (RAT) functie. Hiermee berekent
de computer, op basis van de gasvoorraad, hoeveel tijd men nog
op een bepaalde diepte kan blijven.
Hoewel dit interessant klinkt zitten hier toch nadelen aan;
als een duiker de RAT functie nodig heeft dan is hij/zij kennelijk
niet goed op de hoogte van het eigen luchtgebruik of men wijkt
af van de planning. Ook nodigt deze manier van duiken uit om
altijd op de rand te gaan zitten van de veiligheidsmarges.
| |
Luchtgeïntegreerde duikcomputers met
kompas
|
Een RAT functie is vaak ook niet in te stellen door de
gebruiker, dus de duikcomputer berekent wel een veilige marge,
maar de hoeveelheid gas voor die marge is niet zelf in te
stellen.
Bij technische duiken is een RAT functie nooit van toepassing
omdat men dan omdraait op een van tevoren afgesproken moment.
Dit punt is gebaseerd op gasvoorraad ('turn pressure') of
bodemtijd.
|
|
- Alle belangrijke instrumenten zitten in één electronische
unit bij elkaar; dieptemeter, timer en manometer. Als de batterij
ermee ophoudt dan vallen al deze instrumenten tegelijk uit en weet
men niet hoe diep men zit, hoe lang men daar als is en hoeveel gas
men nog heeft.
- Veel duikers gebruiken naast hun (slangloze) luchtgeïntegreerde
duikcomputer ook nog een aparte analoge manometer
als backup. Daarmee doen ze eigenlijk het hele 'voordeel' van hun
computer weer teniet en het geeft al aan dat ze er eigenlijk niet
zoveel vertrouwen in hebben.
Conclusie
Vermijd alles wat los kan bungelen, dus ook een console. Draag de bottomtimer
en het kompas op
de arm en gebruik een aparte manometer
aan een korte slang. Zo heb je beter zicht op de meest belangrijke instrumenten.
Voor technische duikers is een console een absolute no-go, want ze moeten
hun handen vrij houden tijdens de opstijging en of andere activiteiten.
Ook zijn duikcomputers zowiezo geen
optie, al helemaal niet als ze luchtgeïntegreerd zijn.
|