Argon
Technische duikers gebruiken vaak argon voor het vullen van hun droogpak, want door het gebruik van argon kun je namelijk warmer blijven tijdens de duik. Argon bewijst vooral zijn nut bij duiken met lange bodemtijden, in koud water en/of met helium in het ademgas.|
Het gebruik van argon heeft een aantal voordelen:
|
|
Specificaties
Een argonsysteem moet aan een aantal criteria voldoen:
- Fles
De kleur van de fles doet er niet veel toe, maar de meest gebruikte kleuren zijn geel en wit. Op de fles dient duidelijk 'ARGON' te staan. Tijdens de duik hoeft dit niet te zien te zijn, dus de letters kunnen geplakt worden op de zijde die naar binnen wijst bij montage.
- Eerste trap
De eerste trap heeft bij voorkeur een DIN aansluiting om het profiel laag te houden. De eerste trap kan het best een lage middendruk hebben, dan zal hij minder snel problemen geven. Een middendruk van 5.5 bar is ideaal. Hoger is aboluut niet nodig, je hoeft er immers niet uit te ademen.
- Overdrukventiel
Op de eerste trap moet een overdrukventiel (OPV) geinstalleerd worden. Deze zorgt ervoor dat bij een falende eerste trap de overtollige druk kan ontsnappen en niet de slang en/of droogpak opblaast. Normaal zal een tweede trap gaan blazen bij een falende eerste trap, maar die ontbreekt natuurlijk bij een argonsysteem. Een argonsysteem zonder OPV is gevaarlijk!
- Drukmeter
Er wordt geen drukmeter geinstalleerd op de eerste trap, ook niet als deze zeer klein is en direct in een hogedruk aansluiting is geschroefd. De reden hiervoor is simpel: tijdens de duik is een drukmeter overbodig en het gebruik van een drukmeter zou een O-ring toevoegen aan de configuratie. Als je wilt weten hoeveel argon er in het flesje zit dan kun je dat voor de duik meten door één van je normale automaten op het flesje te monteren. Begin een duik met een goed gevulde fles, want je wil er niet tijdens de duik achter komen dat je geen gas hebt om je pak te vullen.
Wrakduiken
Bij wrakduiken is een klein flesje aan te raden, omdat er relatief weinig gas nodig is om het pak op te blazen. Het gas is in principe alleen nodig tijdens de afdaling. Veel gebruikte maten zijn 1 liter staal of 6 cft. aluminium. Met de genoemde flesjes zijn gemakkelijk enkele duiken te maken. Alles wat groter is zal problemen geven als het op de heup gedragen wordt en waarom zou je meer meenemen? Kleine argonflesjes worden op de heup gedragen en je kunt kiezen uit de volgende bevestigingsmethoden:
- Op de heupgordel
aan de linkerkant. Bevestiging d.m.v. een lus aan het flesje en een
elastiek. De heupriem gaat door de lus en de onderkant van het flesje
wordt met een elastiek tegen de backplate gehouden. De lus moet groot
genoeg zijn om over de gesp en het meshoudertje
te schuiven indien het flesje verwijderd moet worden.
- Bevestiging aan de backplate met behulp van twee straps. De twee straps houden de fles netjes op zijn plaats. Hier kan eventueel nog een elastiek aan worden toegevoegd die ervoor zorgt dat de fles nooit uit de straps kan zakken.
GrotduikenBij grotduiken zal het profiel van de duik worden bepaald door de grot. Het kan dus voorkomen dat je tijdens de duik meerdere malen een stuk ondieper gaat en weer afdaalt. En op de terugweg zal dit weer het geval zijn. Bij een duik met een dergelijk profiel is er extra gas nodig om in het droogpak te blazen, vandaar dat er bij grotduiken standaard een grotere maat argonfles gebruikt wordt. Het gaat daarbij om een 14 cft. aluminium fles. Voor de bevestiging van de grote argonfles is er maar één methode: Met behulp van straps op de linkerzijde van de dubbele flessen. |
|
