Fles labelen
Iedere duiker die leert omgaan met nitrox of andere gasmengsels
krijgt tijdens de cursus uitgelegd hoe het gas voor de duik geanalyseerd
dient te worden. Dit is zeer essentieel, want een gasmengsel dat
op de verkeerde diepte geademd wordt kan dodelijk zijn. Dit heeft
in het verleden vooral bij technische duiken tot veel ongevallen
geleid. Om later precies te weten om welk gas het gaat dient men
na het analyseren een sticker met de inhoud op de fles te plakken.
Het correct labelen van een fles is dus zeer belangrijk.
Het analyseren van het gasmengsel wordt door iedereen nagenoeg
op dezelfde wijze uitgevoerd. Voor het labelen zijn er echter verschillende
methodes in gebruik, waarbij meestal alleen het uiteindelijke zuurstofpercentage
op het label wordt geschreven. De onderstaande methode is standaard
procedure bij de EKPP: |
|
Stage met correct label: 21/35
|
- Voor het analyseren kan er reeds een label op de fles worden geplakt
met alleen de MOD (Maximum Operating Depth)
en het gewenste gas. Dit zijn de eerste twee regels op het label.
- Na het vullen zal het zuurstofpercentage worden
geanalyseerd. Dit percentage en de datum worden daarna op het label
geschreven. Dit zijn de twee onderste regels.
De reden voor deze volgorde is dat er duidelijk
verschil is tussen het gas dat je wilt hebben en het gas dat je
uiteindelijk hebt gemixt. Hoewel dit verschil uiterst minimaal
zal zijn, is het toch veiliger om beide aan te geven. Het komt namelijk
weleens voor dat duikers het gewenste percentage opschrijven en er later
van uitgaan dat dat ook het daadwerkelijke percentage is.
Is het verschil relatief klein, dan kan het gewoon
worden gebruikt. Is het verschil relatief groot, dan zal het mengsel aangepast
moeten worden.
Het DIR systeem maakt gebruik van standaard
gassen, waarbij voor ieder gas een standaard MOD is vastgesteld. Dit
maakt het extra makkelijk om een gasmengsel te herkennen aan het label.
Gaat het om een stage,
dan is de MOD op het label uiteraard hetzelfde als op de grote MOD stickers
op de fles.
Het label
Een label is gemakkelijk te maken van een stuk watervaste tape.
Hierop kunnen met een watervaste stift de volgende vier regels worden
geschreven:
- De Maximum Operating Depth (MOD) voor het gas
- De naam van het gas
- Het zuurstofpercentage
- De datum waarop het mengsel is geanalyseerd
|
|
 |
Voorbeelden
De onderstaande voorbeelden geven een duidelijk beeld van de labels voor
de meest gebruikte DIR ademgassen:
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Gas |
 |
Label |
 |
Informatie
op label |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Nitrox 32
|
 |
|
 |
- Gas te gebruiken tot max. 30m diepte
- 32% Zuurstof
- Analyse: 33.1% zuurstof
- Geanalyseerd op 18 februari 2005
|
 |
 |

|
 |
|
 |
 |
 |
 |
Trimix 21/35
|
 |
|
 |
- Gas te gebruiken tot max. 45m diepte
- 21% Zuurstof / 35% Helium
- Analyse: 21.4% zuurstof
- Geanalyseerd op 18 februari 2005
|
 |
 |

|
 |
|
 |
 |
 |
 |
Trimix 18/45
|
 |
|
 |
- Gas te gebruiken tot max. 60m diepte
- 18% Zuurstof / 45% Helium
- Analyse: 18.4% zuurstof
- Geanalyseerd op 18 februari 2005
|
 |
 |

|
 |
|
 |
 |
 |
 |
Nitrox 50
|
 |
|
 |
- Gas te gebruiken tot max. 21m diepte
- 50% Zuurstof
- Analyse: 49.9% zuurstof
- Geanalyseerd op 18 februari 2005
|
 |
 |

|
 |
|
 |
 |
 |
 |
Zuurstof
|
 |
|
 |
- Gas te gebruiken tot max. 6m diepte
- 100% Zuurstof
- Analyse: 99.4% zuurstof
- Geanalyseerd op 18 februari 2005
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|