Technisch duiken op Sardinië: GUE Tech2

September 2008 zijn Gertjan Verhoef, Anton van Rosmalen en Robert Leenen naar Sardinië afgereisd om daar een GUE Tech2 opleiding te volgen.

GUE benadrukt dat het belangrijk is om veel duiken te loggen op een bepaald niveau voor je een volgende stap maakt. Tussen hun Tech opleidingen zat dan ook de nodige tijd: Gertjan heeft zijn Tech1 opleiding gevolgd in 2001, Robert in 2002 en Anton in 2005/2006. Tussendoor hebben ze alle drie veel diepe duiken gelogd en de range van Tech1 was daarmee zeer vertrouwd gebied.

 

Global Underwater Explorers

Ze besluiten deze opleiding te volgen bij Mario ArenaExterne Link, een ervaren instructeur die fulltime technische duikopleidingen geeft.

Dit is Anton's verslag van twee weken technisch duiken in Italië.


Cargliari, Sardinië

"You haave more tanks than the daaivien centre!"
- Mario Rizzolo

Mario “Capo” Rizzolo, de eigenaar van Morgan DivingExterne Link schudt vol ongeloof zijn hoofd als hij een blik werpt in de bus van Gertje. De bus is tot het dak volgepropt met duikuitrusting. We hebben voor de komende week niet alleen apparatuur meegenomen voor wrakduiken en onze GUE Tech2 opleiding, we willen ook nog een paar grotten gaan bekijken op Sardinië. Al met al zit je met zijn drietjes dan al snel aan een respectabele hoeveelheid spullen. Per persoon hebben we een D18, twee D12’s, vier Alu80’s en twee Alu40’s bij ons. ...36 flessen in totaal.

In eerste instantie wilden we ook nog scooters meenemen voor een duik op de Amoco Milford HavenExterne Link, één van de grootste wrakken ter wereld. In gedachten zien we onszelf al over het immense dek van de Haven scheuren met de scooters. Helaas blijken de Italiaanse autoriteiten na de nodige ongevallen in het verleden besloten te hebben dat er op de Haven alleen nog maar met een gids gedoken mag worden. Na wat rondvragen blijkt de enige gids die we te pakken kunnen krijgen met een Inspiration te willen duiken. We bedanken dus vriendelijk voor de eer en besluiten de duik op de Haven dan maar te skippen. We twijfelen niet aan de ervaring van de gids, maar willen geen duiker op een elektronische rebreather in het team.

De Duitsers en Italianen hebben hun troepen in Noord-Afrika onder andere bevoorraad vanuit Cagliari, de hoofdstad en tevens het meest zuidelijke punt van Sardinië. Britse onderzeeërs opereerden in die tijd ver achter vijandelijke linies en brachten de Duitse en Italiaanse vloot zware schade toe. Het hele gebied tussen Sardinië, Sicilië en Tunesië ligt dan ook bezaaid met wrakken. Velen hiervan zijn nog niet eens ontdekt en voor zover ze wel ontdekt zijn dan is een deel ook nog eens tamelijk zelden bedoken. Wrakken hier zijn doorgaans nog volledig intact aangezien er nauwelijks stroming staat in de Middellandse zee en de meeste wrakken door hun diepte, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Noordzee, gelukkig buiten het bereik van wrakslopers liggen.

De wrakken die bereikbaar zijn vanuit Cagliari bevinden zich tussen de 35 en 90 meter diepte. Al met al een perfecte lokatie voor een GUE Tech2 cursus. Waar bij Tech1 de limiet ligt op 45 meter diepte en het gebruik van maximaal één stage zijn bij Tech2 alle limieten wat diepte betreft vrijgegeven. Tech2 is vooral een ervaringsbrevet voor duikers die al de nodige trimixduiken hebben gemaakt en die regelmatig tegen de limieten van het gebruik van een enkele stage en 45 meter diepte oplopen. De basisvaardgheden die je geleerd hebt tijdens Tech1 worden hier uitgebreid met theorie en vaardigheden voor het maken van diepe duiken en het duiken met meerdere stages met verschillende gasmengsels. De nieuwe kennis pas je vervolgens toe tijdens een aantal stevige duiken. De nadruk ligt vooral op het opdoen van ervaring en niet meer bij theorie. Het plannen en uitvoeren van een trimixduik naar 50 meter met een stage met EAN50 wordt als bekend verondersteld.

Duikers die langs komen voor een Tech2 hebben hun Fundamentele vaardigheden doorgaans zo goed op orde dat het toevoegen van de extra zaken waaruit Tech2 bestaat goed te behappen zijn. Hoewel de lat ook hier, net als bij alle GUE opleidingen, hoog ligt is het slagingspercentage voor Tech2 in de praktijk zo goed als 100%.

De eerste twee dagen voorafgaand aan de cursus besluiten we een paar wrakduiken te maken om onszelf nog even op scherp te zetten voor de opleiding. Je wil tijdens een opleiding immers niet afgeleid worden door zaken als te weinig lood en te warme onderkleding. Daar komt bij dat er fantastische wrakken in deze omgeving liggen en daar willen we natuurlijk al een voorproefje van.

De Romagna

De eerste duik die we maken is op het wrak van de Romagna, een vrachtschip dat tijdens de tweede wereldoorlog op 2 augustus 1943 op een drijvende mijn is gelopen. Door de explosie is het wrak in twee delen gebroken die een paar honderd meter uit elkaar liggen. Het is niet mogelijk om in een duik de afstand tussen de twee wrakdelen zwemmend af te leggen zonder gebruik te maken van scooters.

Het mooiste en daarmee meest bedoken deel van het wrak is het steven. Het wrakdeel staat nagenoeg intact rechtop op een diepte van 45 meter, het dek ligt op een diepte van 35 meter. Aangezien niet iedereen van mening is dat je voor duiken dieper dan 30 meter het beste trimix kan gebruiken, is dit wrak het meest bedoken object uit de omgeving. De boeg is grotendeels vernietigd, is bedekt met netten en wordt daarom niet heel vaak bezocht.

Het plan

Goal Finetuning materiaal en vaardigheden, fun
Unified Team 1 Anton (deco), 2 Robert (boei), 3 Gertje
Equipment Een stage met bodemgas en een stage met decogas, verder niets bijzonders
Exposure 25 minuten @ 39 meter @ TX21/35
Deco 30 – 1
27 – 1
24 – 1
21 – 3 => Switch naar EAN50
18 – 2
15 – 1
12 – 2
9 – 3
6 – 6
Gas Alu80 met 21/35, Alu40 met EAN50, D12 met 21/35 (blijft in tact)
Minimum gas is 30 bar in de Alu80
Consumptie 40 bar per 5 minuten, minimum gas verwacht na 25 minuten
Environment Wrak, overhead, andere duikers op lucht, geen driftdeco

De duik

Als we aankomen bij de locatie van het wrak ligt er al een RIB met duikers boven. Terwijl wij ons vastmaken verschijnt een derde boot, het gaat dus druk worden op het wrak. We gaan overboord en zwemmen naar de shotlijn waar de eerste boot aan vastligt. Er staat gelukkig nauwelijks stroming. Na het uitvoeren van de gasswitch (hierbij wordt door een buddy gecontroleerd dat je op het juiste gas zit en je niet per ongeluk je decogas aan het ademen bent terwijl je afdaalt) dalen we af. Het zicht is zo goed dat de eerste contouren van het wrak zich bijna meteen aftekenen.

We zwemmen eerst naar de schroef toe die we vanaf het zand bekijken. Ik vind het altijd mooi om een wrak vanaf een klein afstandje vanaf het zand te bekijken zodat je een indruk krijgt van de omvang van het geheel. Gertje zwemt vervolgens tussen schroef en roer door waarna Robert en ik de move nadoen. We stijgen op langs het schip en zwemmen over het dek. Af en toe werpen we een blik in het wrak terwijl we over het wrak heen naar de boeg zwemmen. Aan de voorzijde kunnen we het wrak in. Na de eerste twee ruimen komen we via een luik in het dek weer buiten. Het wrak is mooi begroeid, goed intact en er is veel te zien. Prachtig.

Dat er nog het nodige aan ons functioneren als team bij te schaven valt blijkt als ik rechts en Gertje links langs een stuk van de opbouw zwemmen. Robert moet nu het team maar bij elkaar zien te houden. Echt netjes is dit natuurlijk niet aangezien Gertje en ik elkaar niet kunnen zien.

Onze bodemtijd zit er al snel op en tijdens de deco ondervinden we voor het eerst het nadeel van de drukte op het wrak. Als we op 9 meter komen worden we alle kanten opgesmeten door de bellen van alle duikers die onder ons op de lijn zitten. Eerst wil ik niet geloven dat het hierdoor komt tot in een stuk loshangende lijn ineens vertikaal omhoog zie staan. Er ontstaat dus wel degelijk een aanzienlijke stroming door alle bellen. Grappig, dit heb ik nog niet eerder meegemaakt.

We maken de deco op een meter of tien afstand van de lijn zonder verdere problemen af.

De Isonzo

De tweede en tevens laatste voorbereidingsduik is op een van de mooiste wrakken in deze omgeving: de Isonzo, een watertanker van 87 meter lang en 12 meter breed van de Italiaanse marine die in zijn geheel op de zijn bakboordzijde in het zand ligt op 55 meter diepte. De stuurboordzijde van het wrak is het hoogste punt zo rond de 40 meter. Het wrak is op 10 april 1943 samen met de Loredan en de Entella aangevallen en vernietigd door torpedo's van de Britse onderzeeboot HMS Safari. De Isonzo is aan de achterzijde getroffen en op de schroef na (aparte duik, ligt 500 meter verderop) is het wrak volledig intact. Het is beslist een van de mooiste wrakken die ik tot nu toe gezien heb.

Eén van de highlights van dit wrak is het steven waarop met grote koperen letters ISONZO geschreven staat. Deze letters worden aan beide zijkanten geflankeerd door een faces (het teken van de Italiaanse facisten) die tijdens een eerdere Tech2 cursus ontdekt zijn. In het midden van de letters zit een kroon. Nou ja… er zàt een kroon omdat iemand het nodig vond om een van de faces van het wrak te slopen. Ook aan de kroon was de sloper in kwestie al begonnen met de intentie om de sloop later af te maken. Om te voorkomen dat alles verpest zou worden heeft een vriend van Capo de kroon uiteindelijk zelf maar verwijderd om deze uiteindelijk aan een museum te schenken. ...Wanneer leren mensen toch eens om met hun tengels van wrakken af te blijven en dat objecten die onder water mooi zijn boven water vaak niet meer zijn dan oud ijzer op een zolder?

Het plan

Goal Finetuning materiaal en vaardigheden, fun
Unified Team 1 Gertje (deco), 2 Robert (boei), 3 Anton, 4 Capo (gids op het wrak)
Equipment Een stage met decogas, verder niets bijzonders
Exposure 20 minuten @ 51 meter @ TX21/35
Deco deepstops van 1 minuut vanaf 36 meter
36 – 1
33 – 1
30 – 1
27 – 1
24 – 2
21 – 4 => Switch naar EAN50
18 – 3
15 – 1
12 – 3
9 – 4
6 – 10
Gas Alu40 met EAN50, D12 met 21/35
Minimum gas is 100 bar
Consumptie 25 bar per 5 minuten, minimum gas verwacht na 20 minuten
Environment Wrak, stroming, driftdeco

De duik

Capo geeft aan dat hij ons een van de mooiste wrakken van de Midellandse zee wil laten zien. Daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen. Capo zal met ons meeduiken om ons de mooiste plekken te laten zien. Als hij ons tijdens de briefing een route laat zien die richting de 55 meter diepte gaat wijzen wij hem op de MOD van ons gas die op 50 meter ligt. Volgens Capo zegt iets in de trant van yes en of course en hij verzekert ons er van dat het allemaal goed gaat komen. Een paar andere duiker geven aan ook mee te willen, zij duiken echter op lucht; dat is immers een stuk goedkoper dan trimix.

Eenmaal aangekomen bij het wrak blijkt er een flinke stroming te staan. De freediver die meegaat om de boot aan de shotlijn vast te maken komt ondanks zijn freedive-vinnen met moeite tegen de stroming in. Capo vraagt ons of we langs de lijn omhoog willen komen. De andere duikers blijken niet te kunnen driften en moeten dus sowieso langs de lijn omhoog. Als wij dan zouden gaan driften dan wordt het lastig om het overzicht te houden. Wij geven aan dat wel niet van plan zijn om als een paar vlaggetjes in de stroming te gaan hangen. Ik vind het maar vreemd dat mensen die van zichzelf vinden dat ze kennelijk in staat zijn om diepe duiken te maken, het niet aandurven om een driftdeco te maken. Na wat onderhandelen komen we er op uit dat wij wel wachten tot de andere duikers boven zijn. Zo hebben zij het benodigde houvast aan de ankerlijn en kunnen wij lekker driften. Capo geeft aan de enige te zijn die de boot mag besturen wat dus betekent dat hij niet met ons mee kan gaan als wij gaan driften.

De eerste duiker die bovenkomt geeft door dat de stroming beperkt is tot de bovenste 10 meter. Capo geeft aan alsnog mee te gaan als gids. Gertje krijgt dit niet helemaal mee en ligt alweer 10 minuten in de stroming te vechten als Capo zijn spullen heeft omgehangen. Uiteindelijk knokken we ons tegen de stroming in naar de boeg van de boot. De boeg van een boot is de meest vreselijke plek om te zijn aan de oppervlakte. Je hangt aan een lijn en vlak naast je slaat de voorkant van een boot na iedere golf weer hard in het water. Ik wil hier altijd zo kort mogelijk zijn en geef aan dat we moeten vertrekken zodra Capo bij ons is.

Capo gidst ons over het wrak. Het schip is echt prachtig. Het ziet er uit alsof het er pas een paar dagen ligt. Capo zwemt vlotjes langs het wrak en wil ons een stukje door het wrak laten zwemmen. Soepeltjes zwemt hij voorbij de MOD van 50 meter naar het diepste punt op 55 meter. We geven wat lichtflitsen af maar Capo deert het allemaal niet. Robert schudt zijn hoofd.

Hoe dan ook is het een prachtige duik en helaas moeten we al snel weer terug. Minimum gas is immers 100 bar in een D12 hier dus we hebben maar 20 minuten op het wrak. Ik merk dat een D12 eigenlijk te klein is voor duiken voorbij de 45 meter als je geen extra bodemstage toevoegt. Ik neem mij voor om voortaan vanaf 45 meter in ieder geval een extra bodemstage toe te voegen of een grotere dubbelset mee te nemen.

De decompressie loopt als een trein en het is een strakke duik. We zijn klaar voor Tech2.


GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2
GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2

GUE Tech2

Dag 1 – Theorie, Skillz ’n Drillz

First thiengs first” zegt Mario terwijl hij naar de capuccinobar in Porto Capitana slentert. Er staat een licht briesje en de lucht is strak blauw...

We starten meteen met de zwemtest, Mario vindt dit wel een lekkere warming up. Het resort dat naast de haven ligt heeft een stuk strand en zee afgezet waar we langs zwemmen. Een kwartiertje later staan we weer aan de kant. Ik stel voor dat we de dag best iedere keer op deze manier kunnen beginnen. De vernietigende blikken van Robert en Gertje geven aan dat zij hier anders over denken.

Een Tech2 bij Mario staat in het teken van wrak- en bootduiken. De duik begint al op de kant en de procedures boven water en aan de oppervlakte zijn wat hem betreft minstens zo belangrijk als de duik zelf. De procedures rondom het maken van een duik vanaf het maken van het plan tot en met de debriefing worden in detail doorgenomen. Ik had altijd het idee dat ik wel wat wist van wrakduiken, maar hier worden weer een paar goede praktische tips gegeven. Hoe ga je bijvoorbeeld te water in een schommelende boot met een D18, drie stages en een scooter terwijl het flink stroomt?

Vandaag gaan we lang het water in. Mario wil een review doen van onze fundamental skills en de verschillende onderdelen van een opstijging nog eens goed doornemen.

Duik 1 – Ascend drill en 9 stage drill

We varen even buiten de haven naar een plek waar het ongeveer 20 meter diep is. We gaan overboord en maken op de bodem een boeitje vast aan een steen zodat we een lijn hebben waar we de oefeningen langs kunnen doen zonder al te ver af te drijven. Er staat hier namelijk een redelijke stroming en zonder oriëntatiepunt in de vorm van een lijn drijf je zo een heel eind bij de boot weg.

Ieder teamlid heeft naast zijn D12 twee alu80’s (EAN32 en EAN50) en een alu40 met zuurstof. Tussen heup en borst D-ring zitten de twee alu80’s met respectievelijk bodem en diep decogas, aan de leash op de heup zit de alu40 met zuurstof.

We gaan volgens de procedure overboord en dalen vervolgens af op de bodemstage. Voordat we onder water gaan dus eerst een gasswitch aan de oppervlakte, gewoon, net zoals we hem onder water zouden doen.

Als eerste staat de Ascend Drill op het programma:

Op de bodem stabiliseren om vervolgens te switchen naar backgas.
We droppen alle stages en pikken ze vervolgens stuk voor stuk weer op.
We stijgen op met 10 meter per minuut, tot 10 meter diepte
9 meter: switch naar bodemstage
8 meter: stop van 1 minuut
7 meter: switch naar backgas
6 meter: switch naar EAN50
5 meter: Alu40 met O2 naar voren, Alu80 met bodemstage naar achter
4 meter: switch naar backgas
3 meter: switch naar O2
2 meter: switch naar backgas en doorgaan naar oppervlakte

De eerste keer dat we de drill uitvoeren loopt hij niet echt perfect, de formatie is niet goed en er zijn ook te veel afwijkingen in de diepte, dat moeten we zo meteen nog maar eens doen. We gaan weer naar beneden en doen de ascend drill nogmaals, het gaat nu al een stuk beter maar er blijft ruimte voor verbetering volgens Mario.

De 9 Stage Drill staat vervolgens op het programma en die wordt uitgevoerd op 6 meter diepte. We dalen daarbij weer af met drie stages per persoon. Ieder teamlid ontvangt achtereenvolgens alle stages uit het hele team. Dit gaat als volgt:

Een teamgenoot gebaart dat hij een stage wil overgeven
Je gebaart 'Stop'
Je maakt ruimte door één van de voorste stages naar achteren te verplaatsen op de leash
Je ontvangt de nieuwe stage en deze wordt tussen borst en heup afgeklipt
Je teamgenoot geeft aan dat de volgende stage er aan komt en het proces herhaalt zich
Je plaatst maximaal drie stages op een leash. Als een leash vol is vraag je om de leash van een teamgenoot
Als je zes stages achterop hebt liggen plaats je de laatste stage ook aan de voorkant. Er is echter onvoldoende ruimte voor drie stages onder je arm, de laatste stage plaats je op een leash die je boven afklipt, de onderste boltsnap komt op de heup die dan inmiddels helemaal vol is.
Als je helemaal vol hangt voer je een valvedrill uit en check je even hoeveel gas je nog in je backgas hebt.

In volgehangen toestand tegen de stroming in blijven zwemmen om bij de lijn te blijven is geen sinecure. Het checken van je manometer is ook al een hele uitdaging met al deze ballast aan je linker zijde. Verder merk je dat je wing echt helemaal vol zit van al het gewicht. Robert heeft zware Heiser tanks en in combinatie met zijn dunne onderpak lukt het hem niet meer om al onze stages aan te nemen. Ieder pufje gas dat hij in zijn wing blaast komt weer net zo hard uit zijn overdrukventiel zetten. Hij moet de drill bij zeven stages afbreken omdat alle Nitrox stages bij elkaar te zwaar zijn voor zijn 45 ponds wing.

Als ik aan de beurt ben geeft Mario net voor het eind aan dat ik geen stages meer krijg, hij gebaart OOG en wijst naar Gertje. Ik snap hem niet. Ik vraag hem nog een keer of drie of ik plieeeeeze die laatste flessen nog mag hebben aangezien ik niet zo'n sissy wil zijn als Robert, die de drill niet volledig heeft kunnen uitvoeren. Langzaam begint tot me door te dringen dat Gertje en Robert bijna geen gas meer hebben omdat we al 2,5 uur onder water zijn en ik ze ook nog eens hun laatste beetje gas afhandig wil maken.

We dalen nog een keer af om de boei op te pikken en de ascend drill nogmaals uit te voeren.

Totale duiktijd: 160 minuten

Tijd voor koffie.

De middag staat in het teken van theorie. Als ik de flinke golven zie die hier iedere middag op komen zetten met het aantrekken van de wind vind ik dat helemaal niet erg.

Dag 2 – Skillz, Drillz ‘n Thrillz

Duik 2 – Ascend drill en 9 stage drill

We voeren de ascend en 9 stage drill nog een keer uit, nu iets beter uitgelood dan gister.

Halverwege mijn drill zie ik iets wits onder me wegzakken gevolgd door Robert die in een steile duik achter de stage aan gaat die ik zojuist heb laten vallen. De drill maken we nu alle drie af zonder noemenswaardge problemen. We sluiten de duik af met een laatste ascend drill die nu ook strak verloopt. Het wordt tijd voor wat serieuzere duiken.

De duimen van mijn dunne handschoentjes zijn inmiddels helemaal kapot en eenmaal aan boord knip ik alle vingertoppen van de handschoentjes af omdat de flarden leer steeds tussen de boltsnaps gaan zitten. Ik begrijp nu pas waarom Robert dit al voor de trip gedaan had. Ik doe een poging om te bedenken hoeveel clips er eigenlijk komen kijken bij de combinatie voorbereiding, afdaling, ascend drill, 9 stage drill, ascend drill. Ergens tussen de 200 en de 250 raak ik de tel kwijt.... maar het zou ook wel een 300 kunnen zijn. Hoe dan ook, het spelen met stages is echt geen enkel probleem meer na deze duiken en gaat nu razendsnel. Wat me verder ook opvalt is dat het aantal "foute clips" minimaal zijn (hierbij haak je bijvoorbeeld meerdere boltsnaps in elkaar of klip je je stage af in de elastiek van je inflator). Na deze twee oefenduiken is het zwemmen met drie stages in ieder geval een stuk eenvoudiger geworden.

Totale duiktijd: 100 minuten

Duik 3 – De Romagna, scenario’s

Nu we de basis weer opgefrist hebben wordt het tijd om het middels scenario’s in de praktijk te brengen. Het valt me op dat het iedere keer weer neerkomt op de vaardigheden die je aanleert tijdens je GUE-F opleiding. Als je trim en buoyancy maar goed is dan is het verder gewoon een kwestie van een paar extra vaardigheden en rustig aan je ervaring werken.

Het plan

We maken een plan voor een gewone duik op de Romagna, met een D12, een bodemstage en twee decogassen.

De duik

Het is de tweede duik van de dag. De duik staat in het teken van scenario’s al gaan we natuurlijk wel eerst even het wrak bekijken.
Als Mario het heeft over een scenarioduik, dan bedoelt hij ook een scenarioduik… het ene noodgeval is nog niet opgelost of het volgende noodgeval doet zich alweer aan. Alle kranen of O-ringen waar gas uit zou kunnen komen, gaan minstens twee keer kapot, eerste trapen los, kapotte tweede trappen, zonder gas situaties, decogassen verdwenen, deco herberekenen en als toetje een toxende duiker. Het voert te ver om hier een complete lijst met scenario’s op te nemen, het waren er kortgezegd heel erg veel. Ik kan achteraf eigenlijk geen voor wrakduiken relevant scenario meer bedenken wat we niet voor onze kiezen gekregen hebben.

"Good job guys, aai em happy."
- Mario

Totale duiktijd: 71 minuten

Dag 3 – Capo Ferrata

Mario heeft een voorstel. We kunnen een diepe scenarioduik maken gevolgd door een reguliere ervaringsduik, of… we plakken twee “normale” Tech2 duiken aan elkaar in één lange diepe ervaringsduik. In een dergelijke duik ga je geen scenario’s meer doen, de lengte van een dergelijke duik is al een scenario op zich. Verder is er maar tijd voor één duik per dag.

Ik merk dat Mario een sterke voorkeur heeft voor lange diepe duiken en begin te begrijpen waarop hij ons gisteren zo op de proef heeft gesteld door alles wat hij maar aan scenario’s kon bedenken zo’n beetje tegelijk op ons af te vuren. Het bleek een test te zijn om te zien wat we aankonden en we zijn er kennelijk voor geslaagd. Mario heeft nog een paar diepe wrakken op zijn lijstje staan en wil die graag met ons bezoeken. Na ongeveer 1 seconde nagedacht te hebben zeggen we tegelijk dat we liever voor de lange diepe duik op een weinig bezocht wrak gaan.

We laden de RIB van Angelo, een vriend van Capo, op de trailer en rijden een uurtje langs de prachtige kust van Sardinië naar Capo Ferrata.

Duik 4 – De Marte (waarschijnlijk de Salpi)

Het wrak

Het is een prachtig wrak dat in twee delen op de bodem ligt. Het steven staat rechtop op het zand en je kan door de ruimen heen light to light penetratie doen richting de de boeg. Het unieke van dit wrak is dat de boeg weliswaar is afgebroken, maar dat deze op zijn zij naast het steven ligt. Bij de meeste afgebroken wrakken liggen deze twee delen meer dan 100 meter uit elkaar en vormen beide delen een afzonderlijke duik. Hier niet, het is alsof je tussen twee enorme flatgebouwen doorzwemt als je de indrukwekkende oversteek maakt van het ene naar het andere wrakdeel.

Het plan

Volgens de tabel is minimum gas 70 bar in een D18 op 60 meter. Minimum gas is echter ook wel echt minimum gas. Mario stelt ons de gewetensvraag wat we op de manometer zouden willen zien als het mis gaat op 60 meter diepte… Minimum gas wordt bijgesteld naar 100 bar.

Een stage is op 60 meter leeg binnen 15 minuten, dan rest er vervolgens nog 25 minuten aan backgas en kunnen we gaan plannen voor 40 minuten op 57 meter. Met 18/45 trimix levert dat de volgende deco op:

36 - 1
33 - 1
30 - 1
27 - 2
24 - 3
21 - 6 => Switch naar EAN50
18 - 3
15 - 3
12 - 9
9 - 12
6 - 22 => Switch naar O2
3 - 11

Als we zien dat ons eigen decoschema mooi overeen komt met wat GUE's Decoplanner zegt wordt weer bewezen dat ook dit soort duiken prima met een paar simpele rekentrucs uit het hoofd te plannen zijn.

De duik

"NOW!" Roept Capo als we volgens hem over het wrak heenvaren. Ik laat de twee loodblokken die we aan de reel van Gertje hebben bevestigd vallen. Het lijkt eeuwen te duren voordat de reel tot stilstand komt. De reel gaat met het boeitje dat we er aan vastgemaakt hebben overboord en langzaam drijft de RIB weg in de stroming.

De zee is een spiegel en er staat maar een klein beetje stroming. Ik kan niet wachten om er in te gaan.

Terwijl we de zware D18’s en de EAN50 omhangen, de overige stages klaar maken om overboord te gaan en we onze checks uitvoeren varen we rustig een kleine 100 meter bovenstrooms om daar overboord te gaan. Met de hele uitrusting rollen we overboord en rustig drijven we naar de shotlijn toe terwijl we de stages omhangen en we onze gasswitch uitvoeren.

Zodra we de boei in zicht komt dalen we af om onder water de shotlijn te volgen. Ik hang al op een meter of drie als ik Robert zie vertrekken van de oppervlakte. Het ziet er fantastisch uit om de duiker in het glasheldere, spiegelgladde donkerblauwe water aan de oppervlakte te zien drijven. De kleur van het water is bijna onwerkelijk, zo helder en zo ontzettend diep blauw. Het is dat het stroomt en dat het zonde is van de helium, anders zou ik hier uren kunnen blijven hangen.

Ondanks dat het een mooi plaatje opleverde werd mijn snelle start toch niet zo gewaardeerd door Mario.

"Your descent looked sort of terreebel."
- Mario

We dalen af langs de lijn en na een snelle inspectie van de shotlijn zwemmen we het wrak op.

Het valt me op dat de omgeving nog steeds heel veel zonlicht doorlaat ondanks de diepte. We zwemmen naar het steven en duiken het achterste ruim in. In het ruim staan twee grote reservebladen voor de schroef in een hoek. Ik steek mijn hand in de resten van de met witte strepen doortrokken lading, het blijkt graan te zijn. We zwemmen door de nauwe passages tussen de ruimen van het wrak heen en komen op het punt dat de torpedo het schip in twee stukken heeft gereten weer naar buiten. We slaan linksaf en zwemmen naar de boeg. De gigantische schaduwen van de twee wrakdelen waar we tussendoor zwemmen vormen een adembenemend spektakel.

Als we naar binnen gaan houdt Mario me even tegen om te zien of de rest wel oplet. Ik zwem achter Mario aan naar binnen waar ik uit Robert's gebaren opmaak dat hij zich aan het afvragen was waar ik bleef.

De lading bestaat uit een verzameling grote ronde cylinders die deels op het zand liggen en deels nog opgestapeld in het ruim staan. Gertje is de bovenkant van de lading aan het bekijken als ik gebaar dat we aan switchtime zitten. Aangezien een gasswitch iets is waarbij dingen mis zouden kunnen gaan switcht iedereen tegelijk terwijl we elkaar in de gaten houden. Je verliest hierdoor minder tijd als team ipv allemaal apart switchen. Door een groot gat in de romp komt een brede bundel licht het ruim in. Het spel van licht en schaduw blijf ik één van de mooiste dingen vinden van duiken. We voeren de switch liggend in de lichtbundel uit. Achteraf hadden we nog meer dan genoeg gas in de stage zitten om rustig naar buiten te zwemmen i.p.v. de switch midden in het ruim uit te voeren, al moet zelfs Mario toegeven dat het wel een hele mooie plek was om de switch te doen.

Na de penetratie zwemmen we nog een tijd rond in het debris veld, er ligt een doos met .50 munitie en nog wat andere mooie zaken die gelukkig nog niet weggeroofd zijn. De opleiding verloopt vlotjes en de video geeft weer een hoop feedback.

Totale duiktijd: 103 minuten

Dag 4 – Capo Ferrata

Ook vandaag gaan we weer naar Capo Ferrata. De duik van gisteren smaakte naar meer. We hebben de RIB van Angelo dan ook in Capo Ferrata achtergelaten zodat we hier nog een duik kunnen doen.

Duik 5 – Valdivania (waarschijnlijk de Palma)

Het wrak

De Valdivania was een groot vrachtschip dat in de tweede wereldoorlog getorpedeerd is. Het is 120 meter lang, 16 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 5400 ton. Het is “geïdentificeerd” door duikers op lucht dus er bestaat enige twijfel over de juistheid van die waarneming.

Het plan

De Valdivania ligt op 75 meter diepte. De gemiddelde diepte van de duik ligt ergens tussen de 66 en de 72m. We plannen voor 69m
We nemen 120 bar aan voor minimum gas wat ons een bodemtijd geeft van 30 minuten op 69 meter. Met 15/55 trimix levert dat de volgende deco op:

51 - 1
48 - 1
45 - 1
42 - 1
39 - 1
36 - 1
33 - 1
30 - 2
27 - 3
24 - 3
21 - 6 => Switch naar EAN50
18 - 3
15 - 4
12 - 7
9 - 13
6 - 22 => Switch naar O2
3 - 11

De duik

Het weer is wat minder dan gisteren en we hebben wat golfslag. Het omgaan met de D18 is bij een vlakke zee al een hele opgave, met deze golfslag is het bijna onmogelijk om overeind te komen met een dergelijke set op je rug.

De shotlijn wordt overboord gegooid en we gaan iets bovenstrooms te water. Aandachtspunt is dat dit mengsel hypoxic is, het is dus niet adembaar aan de oppervlakte. Zodra je de tweede trap in je mond steekt moet je direct afdalen. Om hier een gewoonte van te maken blijft Mario hier de hele week op hameren: niet ademen uit je flessen aan de oppervlakte! Een lichte stroming neemt ons mee naar de boei en net voordat we bij de boei zijn dalen we af. De stroming verdwijnt al snel.

Zodra het wrak in zicht komt is al meteen te zien dat het niet de Valdivania kan zijn. Dit wrak is hooguit een meter of tien breed. Verder is het afgebroken aan de boegzijde. Het is wel erg mooi begroeid en ik vind het prachtig. Het wrak dat we gezien hebben heeft de maten van de Valdivania in ieder geval niet en is ook niet heel zoals de Deep Air duikers die het 'geïdentifeerd' hebben beweren. Het is afgebroken voor de machinekamer en het tweede deel moet dus ergens in de buurt liggen maar is nog niet gevonden.

We beginnen de duik door rustig over het wrak te zwemmen. De bodemfase is wat rommelig. Er zit weinig coördinatie in het team en Gertje lijkt wat solo te duiken. Kennelijk hebben we toch wel wat last van narcose, ondanks de END van 28 meter. Wellicht was 10/70 of heliox toch een beter idee geweest hier.

Ik pak mijn stage en bekijk de manometer. Ik adem in en zie de manometer zakken, tot zover niets bijzonders. Normaal gesproken veert de meter echter weer terug maar in dit geval blijft hij staan. Je kan dus bij iedere ademteug je stage een stuk leger zien gaan. Na twaalf minuten is de stage dan ook helemaal op. Even flitst de gedachte door me heen dat er mensen zijn die naar deze diepte gaan op een enkele fles van het formaat dat ik nu in mijn hand heb…

We zwemmen rustig over het wrak en omdat het zo klein is hebben we alle tijd. Mario vindt een paar schalen waar het kompas in gehangen heeft en een mooie porseleinen schaal. De loopbruggen in de machinekamer zijn nog mooi zichtbaar. Alles wordt op video vastgelegd en teruggelegd zodat anderen het ook nog eens kunnen bekijken.

Na een half uur op het wrak beginnen we aan de opstijging. We passen de deco aan voor een duik van 30 minuten op 72 meter in plaats van 69 en zijn een kleine anderhalf uur later weer boven.

Dag 5 – De Laatste Duik

Laatste duik van Tech2

Duik 6 – De Loredan

Het wrak

De Loredan is van origine een Italiaans vrachtschip gebouwd in 1936 gebouwd in Monfalcone in opdracht van Adriatica Società Anonima di Navigazione. Het schip was 72m lang, 10 meter breed, had een waterverplaatsing van 1400 ton en een topsnelheid van 15 knopen. In de aanloop naar de tweede wereldoorlog heeft de Italiaanse marine in 1936 een 120mm kanon en twee anti-aircraft 13.2mm machinegeweren geplaatst op de brug, ondanks het feit dat het schip officieel geen deel uitmaakte van de marine. In 1941 werd een nieuw 120mm kanon geplaatst op de Loredan met meer anti-aircraft geschut en dieptebommen waarna het schip getypeerd werd als een auxiliary cruiser. Gedurende de tweede wereldorlog was het schip actief in 193 escorte en anti-onderzeeboot missies, hoofdzakelijk tussen Civitavecchia en Sardinië.

Op 10 apil 1943 viel de Britse onderzeeboot HMS Safari een Itliaans convooi aan nabij Capo Torre delle Stelle waarbij het in de zelfde actie drie schepen tot zinken wist te brengen: de tanker Isonzo, het vrachtschip Entella en de Loredan.

Het wrak van de Loredan ligt op een diepte van 65 meter op haar bakboordzijde op de zandbodem nabij Cagliari en ondanks dat het door twee torpedo’s is geraakt, verkeert het wrak nog in een uitstekende conditie. Het is weliswaar diep maar vanwege de goede staat waarin het wrak verkeert en het feit dat het helemaal begroeid is door rode en gele Gorgonia’s is het een spectaculaire duik.

Het Plan

Als minimum gas voor deze diepte houden we 90 bar aan in onze D18’s. Dit geeft ons een bodemtijd van bijna een uur op gemiddeld 60 meter. Met 15/55 trimix levert dat de volgende deco op:

45 1
42 1
39 1
36 2
33 2
30 2
27 3
24 3
21 9 => Switch naar EAN50
18 4
15 5
12 9
9 14
6 30 => Switch naar O2
3 15

De duik

We hebben de boot voor onszelf. Capo geeft aan dat hij het zijn andere klanten niet aan wil doen om na hun duik nog eens twee uur op ons te moeten wachten terwijl wij in deco zitten. Terwijl ik begrijpend knik zie ik Robert juichbewegingen maken.

Ik kijk langs de RIB in het water. Zo te zien staat er een flinke stroming aan de oppervlakte. Ik rol achterover het water in en begin te zwemmen terwijl ik mijn zuurstof weghang op mijn heup. Ik kijk opzij en tot mijn schrik ben ik geen centimeter naar voren gegaan terwijl ik had verwacht inmiddels wel aan de voorzijde van de boot te zijn. Het stroomt echt gillend hard . Ik vecht in de stroming met mijn bodemstage die niet doet wat ik wil terwijl ik voel dat het harde zwemmen zijn tol begint te eisen van mijn ademhaling.

Ik begin te hijgen en krijg de ene na de andere golf over me heen. Het is geen optie om mijn automaat in mijn mond te stoppen omdat het mengsel hypoxisch is en ik waarschijnlijk onder deze omstandigheden binnen een aantal teugen bewusteloos zou zijn als ik het toch zou ademen. Ik pak de boot vast en trek ik mijzelf naar voren. Robert ligt al klaar maar Gertje is er nog niet. De boot slaat hard in de golven op slechts een paar centimeter van onze hoofden. Ik pak mijn bodemgas en geef aan dat ik naar beneden wil. Robert checkt het gas en geeft in ieder geval alvast een OK op het gas. Gertje is er inmiddels ook en draait zich naar ons toe om zijn stagemarkering te laten zien waarna hij de boot bijna op zich krijgt.

Ik vind het wel weer mooi geweest, we moeten hier weg en snel ook. Ik roep dat ik op zes meter ga wachten en vertrek. Wat ik ook adem, op zes meter is alles prima en hebben we in ieder geval geen golfslag meer. Switchprocedures kunnen we hier ook afwerken.

Ik merk dat ik buiten adem ben als ik mijzelf langs de lijn in de huilende stroming naar beneden trek. Op zes meter stroomt het nog steeds even hard. Ik voel een tik op mijn schouder en zie dat Robert achter me hangt. Ik kijk om maar zie Gertje nog niet. Ik krijg een paar seconden later het idee dat Robert een OK teken geeft en trek me door naar 11 meter. Als ik om kijk zie ik Robert ver achter me op de lijn. Hij geeft aan dat ik weer omhoog moet komen. Ik ga terug en ga naast hem liggen. Ik heb weer de indruk een OK te krijgen en trek me weer voorwaarts. Ik probeer voorzichtig de lijn los te laten maar kom hier snel op terug.

Ondertussen heeft Gertje aan de oppervlakte de lijn losgelaten in het gevecht met zijn bodemstage. Hij wordt weggeblazen door de stroming en Mario is bij hem. Ze zwemmen weer terug naar de lijn en dalen iets. Robert ziet dit als een teken om de lijn ook los te laten en voegt zich bij Gertje.

Als ik opzij kijk zie ik Robert en Gertje zwemmen, 10 meter naast de lijn een meter of vijf onder me. Mario geeft in niet mis te verstane gebaren aan dat ik op moet letten. Ik laat met veel tegenzin de lijn los en zwem naar Robert en Gertje. Ik weet dat als we nu verspreid boven komen dat Capo de boot los zal moeten gooien en het waarschijnlijk een uur gaat duren voordat we het hele team weer bij elkaar hebben. Ik kan dus maar beter bij ze blijven.

We hebben mazzel en komen bovenop het wrak uit. De stroming stond de goede kant op... voor het zelfde geld hadden we het wrak gemist.

Na een chaotische afdaling als deze moeten we allen kennelijk weer even op adem komen. Dit is een mooi moment om de checks te doen, waarschijnlijk is er veel meer verbruikt uit de stage dan gepland. De schade valt echter zeer mee en uiteindelijk kunnen we de duik gewoon voltooien volgens plan.

En wat een duik…

Het wrak is fantastisch. Waar het aan de oppervlakte nog flink stroomde staat hier alles stil. Het wrak ziet er uit als een spookschip zoals je dat alleen in films kan zien. De voorste mast ligt plat op de bodem, de achterste mast steekt uit. Er hangen wat restanten van netten aan de mast die het geheel nog net wat spookachtiger maken. We zwemmen om de boeg heen, het is een mooi gezicht om het schip vanuit deze hoek te bekijken. Ik snap in eerste instantie niet waarom Mario langs de romp wil zwemmen tot ik het woud aan rode en gele gorgonia’s zie opdoemen. We zwemmen tot halverwege waar de torpedo de Loredan raakte. De gorgonia’s hebben dit gat ook helemaal bezet zodat er een nauwe tunnel tussen het koraal overblijft om doorheen te zwemmen. Aan de andere kant van de tunnel bevindt zich het veld met restanten van het wrak waaronder een stuk luchtdoelgeschut. Na een prachtige doorzwem van achterste naar voorste ruim, een bezichtiging van het 120mm geschut en de machinekamer wordt het tijd om op te gaan stijgen.

Met spijt in het hart zeg ik de Loredan gedag en maak me klaar voor anderhalf uur decompressie in het blauw.

We volgen de lijn en werken de deepstops lekker strak af. Ik blijf het een vreemde ervaring vinden om stops te doen op 45 meter. Hoe dan ook, deco loopt als een trein. In eerste instantie kunnen we een ster-formatie aanhouden maar vanaf een meter of 20 begint de stroming weer flink op te pakken. We schieten het boeitje en de lijn is al snel uit het beeld. Aan de oppervlakte zie ik dat de RIB zich ook heeft losgemaakt van de shotlijn en met ons meedrijft.

Robert collecteert de lege en daarmee erg positieve bodemstages en schiet ze met een ballon omhoog waar de RIB ze oppikt. Goed idee.

Het valt niet mee om zo lang geconcentreerd te zijn. Robert maakt de mooiste tekeningen in zijn wetnotes en ik werk een vast rondje af van buddies bekijken, gas bekijken, diepte controleren en tijd controleren. Als de RIB over het boeitje van Gertje heen drijft is het bijna een welkome afwisseling. Gertje wordt twee meter omhoog getrokken en laat zijn boeitje los. Dit was dus waarom je je boeitje niet aan jezelf vastmaakt. Maar goed, hebben we dat scenario ook eens in het echt meegemaakt in plaats van op internet. Een paar tellen later staat mijn boeitje aan de oppervlakte en kijk ik voor de verandering maar weer eens hoe lang het nog duurt tot de volgende gasbreak.

Mijn keel voelt na een uur decogas aan als schuurpapier. Het arme mengsel dat we ademen tijdens gasbreaks voelt aan alsof er een engeltje in mijn keel plast en ik ga na zes minuten weer met tegenzin terug naar zuurstof. Ondanks dat we veel gedronken hebben, heb ik ontzettende dorst. Robert maakt een mooie tekening van een pakje Capri Sonne voor me in zijn wetnotes. ;-)

De freediver die we als supportduiker gebruiken komt om het kwartier even een kijkje nemen. Dat is een welkome afwisseling en het geeft nog vertrouwen ook dat er goed op ons gelet wordt. Als ik de freediver weer naar de oppervlakte volg zie ik dat er flinke golven langstrekken. Kennelijk is het weer aan de oppervlakte omgeslagen. Na een kort rondje overleg in de wetnotes besluiten we de stop op 3 meter in te korten en deze tijd maar aan de tijd op zes meter toe te voegen.

Zodra we door de laatste meter van onze opstijging heengaan en ik de zuurstof opberg voel ik al dat het een goede keuze was om de laatste meters te versnellen. Aan oppervlakte is een flinke storm gaande. De RIB is een speelbal van de golven en het is niet mogelijk om stages aan te geven. Capo gooit onze deploymentlines toe en we laten onze uitrusting drijvend aan de oppervlakte achter. Een gevecht aangaan met een stuiterende boot terwijl je een D18 op je rug hebt lijkt ons na anderhalf uur deco geen goed idee.

Als we eenmaal weer aan boord zitten en we door de golven heen stuiteren voor onze laatste avond in Cagliari hoor ik Capo iets naar me schreeuwen:

Mario "Capo" Rizzolo: "I waas ien Aamsterdaam"
Ik: "Did you like it?"
Capo: "Aai cannot riemember"

Totale duiktijd: 145 minuten

6 duiken
11 uur onder water

Buiten dat het een week was vol plezier en we rond hebben kunnen kijken op en in een aantal fantastische wrakken heeft deze week me vooral het zelfvertrouwen gegeven om zelfstandig lange diepe duiken te plannen en uit te voeren. Achteraf komt er bij het gebruik van meerdere stages en het gebruik van hypoxische mengsels in combinatie met schommelende boten toch wel wat meer kijken dan ik in eerste instantie gedacht had.

Het valt mij op dat ondanks dat het best een pittige cursus is waarin je weer een hoop stof en vaardigheden bijgebracht worden, dat het toch steeds weer neer komt op solide fundamental skills. De combinatie van solide basale vaardigheden en het opdoen van voldoende ervaring voorafgaande aan de opleiding maakt dat je je gedurende de opleiding ook echt volledig kan concentreren op de nieuwe stof.


GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2
GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2
GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2
GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2 GUE Tech2

Bue Marino

We sluiten de week af door nog een tussenstop te maken in Cala Gonone waar zich de grootste grot van Sardinië bevindt: de Bue Marino. Via een van onze teamgenoten van de EKPP worden we doorverwezen naar Protec SardiniaExterne Link die een permit hebben om duikers te gidsen in de Bue MarinoExterne Link.

We maken kennis met Thorsten “Toddy” Wälde, mede-eigenaar van Protec Sardinië. Het duik-CV van Toddy is eindeloos, net als zijn kwalificaties als instructeur. Verder was hij onder andere betrokken bij exploratieprojecten in Mexico en op Sardinië maar hij is bovenal een erg sympathieke kerel.

Voorafgaande aan de duik maken we afspraken over de wijze waarop we gaan duiken. Hij duikt niet DIR, maar wel op open circuit zoals wij dat ook doen. Voor de duik nemen we alle procedures door en vergelijken we materiaal. Grote verschillen zijn er niet en hij maakt er geen enkel probleem van om zijn uitrusting aan ons aan te passen als we dat willen. Verder heeft hij ook zo zijn eisen aan ons, zo heb ik op dat moment een Cave1 brevet en daar horen geen stages bij. Als compromis stelt Toddy voor dat ik een D18 met EAN32 pak terwijl Toddy, Gertje en Robert op een D12 met een stage duiken.

De duik zelf wordt vooraf gegaan door een grondige briefing. De spullen worden in de RIB geladen en na een kwartiertje varen gaan we overboord voor de ingang van de Bue Marino. Toddy staat er op dat we een valve drill en een s-drill uitvoeren voordat we de grot in gaan. Het is alsof we weer met Chris le Maillot in het water liggen en dat geeft een goede indruk.

De Bue Marino begint met een zwemtocht van ongeveer een kilometer op gemiddeld 6 meter diepte. De gang stelt niet heel veel voor en het zicht is matig, het lijkt de saaiste grotduik te gaan worden tot we door een halocline heen gaan en ineens het zicht opklaart tot 30+ meter. De gang verandert compleet en wordt ineens schitterend. Prachtige formaties, geweldig zicht, haloclines… erg mooi….

En dan komen we boven.

Wat volgt is een ongelofelijke tocht waarin we in een paar uur een stuk van het droge deel van de grot verkennen. Zelden heb ik zo veel moois gezien. Iedere poging om te beschrijven hoe de Bue Marino er van binnen uit ziet kan alleen maar tekort doen aan de pure en onbedorven schoonheid van de plek. Ik ben blij dat er een kilometer water tussen het droge deel en de uitgang zit, dat houdt de massa tenminste op afstand. Je zou er niet aan moeten denken dat de bootladingen mensen die het touristendeel van de grot bezoeken ook hier zouden komen.

Na vijf uur zijn we weer terug bij de boot. Nog nagenietend van een geweldige week die alleen maar beter werd aanvaarden we de reis terug naar Nederland.

Anton van Rosmalen

Als je meer informatie wil over de Global Underwater Explorers, ga dan naar www.gue.comExterne Link.


Terug naar Evenementen Terug naar Evenementen
Print deze pagina
Print deze
pagina