Gasplanning

Voor veel clubduikjes plegen we weinig aan gasplanning te doen. Meestal is de afspraak "we keren om bij 100 bar" zelfs impliciet. Als de duik heen en weer langs de kant is en 10 meter diep hoeft het ook niet veel ingewikkelder.

Zodra de duiken serieuzer worden is het belangrijk om goed na te denken over hoeveel gas je mee neemt onderwater. Van een diepere duik kun je immers niet in een keer opstijgen. Er is minimaal een veiligheidsstop nodig. Misschien nog wel decompressiestops. En als je een wrak of grot zou binnengaan kan het eerst een eind zwemmen zijn voordat je uberhaupt aan de opstijging kan beginnen

In de twee- en driestersopleiding wordt uiteraard aandacht besteed aan deze materie. Voordat je kunt berekenen hoeveel gas je mee moet nemen moet je weten hoelang je hoe diep gaat en hoeveel lucht je normaal per minuut ademt. Kort samengevat werkt dat als volgt: maak een plan hoelang je op de bodem wilt blijven, en hoelang je erover doet om zo diep te komen. Dan weet je of je bij het opstijgen eventuele decompressiestops moet maken (die staan in de NOB tabel). Dan heb je voor een aantal dieptes een tijdsduur die je er doorbrengt. Die reken je om naar 'oppervlakteminuten' (1 minuur op 10 meter diepte is 2 oppervlakteminuten omdat je op 10 meter op een druk van 2 bar 2 keer zoveel gas ademt). Als je de oppervlakteminuten vermenigvuldigt met je luchtverbruik krijg je de hoeveelheid gas die je verwacht nodig te hebben voor deze duik, uitgedrukt in liters. De NOB neemt dan een veiligheidsmarge van 150 liter maal de druk op de grootste diepte als reservervoorraad. Die neem je ook mee voor als er iets gebeurt. Nu weet je wat je totaal nodig hebt en kun je uitrekeken of dat in je fles zit als die helemaal gevuld is.

Rekenvoorbeeld NOB gasplanning

Een duiker wil op nitrox 32 een Noordzeeduik naar 30m diepte maken . Hij gebruikt aan de oppervlakte 23 liter lucht per minuut. De planning is om na 20 minuten op de gaan stijgen. Opstijgen gebeurt met 10 meter per minuut, afdalen met 20 meter per minuut. Volgens de tabel moet je dan decompressiestops maken op 6 meter (5 minuten) en 3 meter (10 minuten).

Fase Gas berekening Totaal benodigd
Afdaling 1,75 min op gemiddeld 17,5m (2,75 bar) = 1,75 x 2,75 =
4,8 oppervlaktemin.
Bodemtijd 18,25 min op 35m (4,5 bar) = 18,25 x 4,5 =
82,1 oppervlaktemin.
Opstijgtijd 3,5 min op gemiddeld 17.5m (2,75 bar) = 3,5 x 2,75 =
9,6 oppervlaktemin.
Decostop 1 5 min op 6m (1,6 bar) = 5 x 1,6 =
8,0 oppervlaktemin.
Decostop 2 10 min op 3m (1,3 bar) = 10 x 1,3 =
13,0 oppervlaktemin.
Totaal
117,5 oppervlaktemin.

Totaal 117,5 oppervlakteminuten. Bij 23 liter per minuut komt dat neer op 2703 liter gas.
De reservevoorraad is 150 x 4,5 = 675 liter.
Totaal is er dus 3378 liter gas nodig. Een 15 literfles die gevuld is tot 230 bar bevat 15 maal 230 = 3450 liter en is dan genoeg.

Buddy

Uiteraard wordt elke duik met een buddy uitgevoerd, DIR duikers duiken namelijk nooit solo. Niet alleen voor de gezelligheid of om je sterke verhalen op de kant te kunnen bevestigen, maar vooral voor de veiligheid.

Stel dat er een probleem optreedt aan het einde van de duik (net voordat de opstijging begint) waardoor één van de duikers zijn totale gasvoorraad verliest. Gelukkig zijn we allemaal goed getraind in de juiste procedure en de duiker zal meteen een ademautomaat van zijn buddy krijgen. Het was even schrikken maar de duikers kunnen allebei nog adem halen en besluiten uiteraard meteen aan de opstijging te beginnen (wat ze toch al van plan waren).

Er is nu echter wel een probleem. In de vorige berekening zagen we dat de opstijging totaal 9.6 + 8 + 13 = 30,6 oppervlakte minuten kostte. Aangezien er nu twee duikers uit dezelfde voorraad ademen hebben we deze hoeveelheid gas dus extra nodig! Dat is dan 30,6 maal 23 = 703 liter gas.

Dat is dus te weinig want de reservevoorraad was maar 675 liter! En dan hebben we nog niet eens meegenomen dat het heel waarschijnlijk is dat de duikers in een stressvolle situatie meer lucht zullen gebruiken. En misschien heeft je buddy normaal al een hoger luchtverbruik dan jij...

Dus als je alles volgens het boekje hebt gepland kan het nog gebeuren dat je in de problemen komt. Als je je buddy niet zonder lucht wilt achterlaten zullen beide duikers te snel moeten opstijgen met alle gevolgen van dien....

Rock Bottom

Uit de technische duikwereld zijn ook andere manieren van gasplanning bekend. Een daarvan heet 'Rock Bottom'. Kort gezegd komt die erop neer dat je op het diepste (of verste) punt van je duik altijd genoeg gas bij je hebt om jouw en je buddy veilig naar de oppervlakte te brengen. Hierbij wordt rekening gehouden met beide individuele gasverbruiken, en wordt er vanuit gegaan dat duikers in een noodgeval twee keer zoveel gas zullen verbruiken als tijdens een normale duiksituatie.

Dit lijkt extreem conservatief, maar duikers die ooit in een noodsituatie hebben gezeten weten dat het gasverbruik dan enorm omhoog kan schieten en je dus niet uit kan gaan van een normaal gasverbruik. Daarbij is het ook nog eens een fijn gevoel om te weten dat er qua gasvoorraad altijd genoeg zal zijn om eventuele problemen op te kunnen lossen. Vooral bij technische duiken is dit van toepassing, maar een wrakduik op de Noordzee is ook een perfecte situatie waar conservatieve gasplanning weldegelijk ook enorme voordelen kan bieden. Realiteit is echter dat men dit soort duiken vaak onderschat.

De hoeveelheid gas die voor de terugweg of opstijging nodig is wordt omgerekend naar een druk, en zodra je nanometer die druk aangeeft wordt de duik altijd beeindigd. Dit kan dus in bovenstaand voorbeeld eerder dan de 20 minuten zijn.

Rekenvoorbeeld Rock Bottom gasplanning

Als we het bovenstaande rekenvoorbeeld van de NOB uitbreiden en aannemen dat de buddy 27 liter per minuut ademt wordt het plaatje als volgt:

Fase Gas berekening Totaal benodigd
Afdaling + bodemtijd 86,9 oppervlakteminuten x 23 liter =
1998,7 liter
Opstijging 30,6 oppervlakteminuten x (23 + 27) x 2 =
3060,0 liter
1 Minuut probleem oplossen (23 + 27) x 2 x 4.5 =
450,0 liter
Totaal
5508,7 liter

Om deze hoeveelheid gas mee te kunnen nemen zal men moeten kiezen voor het gebruik van een dubbel 12 set, want deze bevat 24 liter x 230 bar = 5520 liter gas.

Rockbottom druk is dan (3060+450) / 24 = 146,3 bar. Als de nanometer van de duiker onder deze druk komt moeten ze aan de opstijging beginnen om er zeker van te zijn dat er genoeg gas is voor een noodgeval.

Wil je er dus zeker van zijn dat je te allen tijde genoeg gas hebt voor jou en je buddy, ook in een noodgeval, dan zul je een dergelijke duik op de Noordzee dus uitvoeren met een dubbel 12.

Conclusie

Het is erg verstandig is om een heleboel extra gas als reserve mee te nemen. De kans dat er iets fout gaat met je apparatuur is weliswaar in de praktijk erg klein, maar als je te weinig gas bij je hebt om je buddy veilig bovenwater te kunnen krijgen geldt dat hoogstwaarschijnlijk ook andersom. En hoe mooi het er ook allemaal onderwater uitziet, uiteindelijk willen we allemaal weer veilig bovenkomen.

De bovenstaande berekeningen lijken heel erg conservatief, maar als er onderwater een probleem is, dan is het fijn om te weten dat er genoeg gas is om het op te lossen voor jezelf en je buddy. Daarbij komt dat het duiken met grotere flessen zoals een dubbel 12 liter set niet zo heel erg veel zwaarder is dan met een enkele stalen 15 liter fles. Met een dubbel 12 heb je minder lood nodig.


Vorige Vorige Terug naar overzicht Terug naar Technieken
Volgende Volgende

 
Print deze pagina
Print deze
pagina